top of page
Zoeken
Foto van schrijverJan Haasbroek

Froukje gidste Meewind 154

Over roze Texel (18 juli 2017)

 

Het was op de dag dat het water op Texel roze kleurde, dat Meewind dit eiland weer eens befietste. Niet al het water tooide zich in homotint.

Een speciale alg, de Dunaliellas, scheidt alleen zijn opvallende kleurstof af bij 27 graden Celsius, een zoutpromillage van 41 en een ongewoon lage waterstand. Deze omstandigheid deed zich voor in het Wagejot, binnendijks achter Oostereind.

Hadden we het geweten, dan waren vanuit De Waal niet naar Oudeschild, maar naar Krassekeet doorgestoken, vlak onder de Vlakte van Kerken. Het begon allemaal anders.

Nadat we een Texel-Meewind op 13 juli moesten afblazen bij gebrek aan belangstel-ling, deden we vijf dagen later een nieuwe poging.

Ook die liep niet van een leien dakje. Lenneke zou eerst wel meegaan en daarna weer niet en ook Marianne, die zich te laat had opgegeven, kwam uiteindelijk niet opdagen.

Mooie boel! Voordeel was wel dat Annemieke Hendriks – die Meewind ooit in haar Berlijnse huis ontving – op de valreep meekon.

Zij debuteerde op 18 juli, net als Pim, de amant van Jet, die zijn racefiets had laten vertoerfietsen, terwijl Jet op medische indicatie op een e-bike kwam aanspurten. Een tweede debuut: een electrische fiets binnen een windgedreven rijwielgezelschap.

De robotisering zal niet lang uitblijven. We zijn te zwak om haar de wacht aan te zeggen.

Waarom opnieuw naar Texel? Omdat Hilde daar weer veel zin in had, nadat ze met mij tijdens een novemberstorm in 2008 (Meewind 62) van de Burgerdijk geblazen was. Maar meer nog omdat Froukje Klomp, onze enige archeologe, de Jordaan verruild had voor een stolpboerderij op het zuiglameiland.

Froukje vond het leuk als we langswipten. Een deel van ons miste de boot van half elf, waardoor we later dan verwacht op de Diek in De Waal aankwamen. Froukje reageerde niet op ons wel-luidende fietsbelconcert.

Zij was ons langs een meer gangbare route met afnemende hoop tegemoet gefietst, nadat ze – om de tijd te doden – maar weer eens een tijdje in The catcher in the rye had zitten lezen. De coming of age-roman lag nog open in het gras naast haar nieuwe huis. We mochten binnenkijken.

Van haar partner, een bekend architectuurhistoricus, die op tv regelmatig ruzie maakt met zijn beroemde broer en zus, meer zeg ik niet, hij is rustend, wisten we al dat zo’n stolpboerderij veel weghad van een circustent, gestut door vier palen. Zelf kreeg ik de indruk dat de woning rond de hooiberg was opgetrokken.

Hoe dan ook, er werd hard gerenoveerd en met name de Edwardian schoorsteen in een zijvertrek dwong mateloze bewondering af.

Froukje zei dat we nu echt naar Paal 12 moesten fietsen, aan de Jan Ayeslag. Dat bleek een strandpaviljoen, in het Texels zeg je geen Twaalf maar Tiijlf.

Onderweg, langs de Rommelpot, stond de struikheide dankzij Trump c.s. in volle bloei; vroeger was dat in duingebieden nooit voor eind augustus. Herman, Patricia en Annemiek sprongen als jonge honden in zee, de rest bleef sloom drinken op het terras. Na de lunch, adviseerde Froukje de koelte van de bossen.

Ik ging voorop en pakte de eerste, de beste bosweg, de Natte vlak weg, en dat was stom, want de Rozendijk, langs de oostelijke bosrand was veel idyllischer geweest. Wat later, tussen De Koog en De Waal kon ik mijn gidsdrang goedmaken door Froukje over schitterende fietspaden te voeren, die zij nog niet kende. In De Waal was koud drinkwater en zaten gecostumeerde vrouwen pannen-, krap-, merk- en andere lappen te borduren.

De quilts waren zo mooi, dat je ze met de kerst als loper rustig op tafel zou leggen. Nu kwam er een saai stuk, tegen de wind in, over de Langewaalderweg.

De ‘skuumkoppen’ aan de jachthaven in Oudeschild maakte veel goed. Helaas wordt er hard aan de waddendijk gewerkt, waardoor we binnendijks moesten blijven, wat ons gelukkig even door het Jeneverbuurtje leidde.

Opeens, toen we de dijk weer opkonden, bij het Prins Hendrikgemaal, kneep Froukje er lachend tussenuit. Ze pakte de Amaliaweg, terug naar haar geluksstulp. Wij mochten het laatste stuk langs de Waddenzee rijden en zagen bij aankomst in de veerhaven de Texelstroom tergend traag van ons wegvaren. De volgende boot naar de vaste wal, was die van zes uur, een uur later.

In Den Helder reden we nog een tijdje zinloos achter elkaar aan, op zoek naar haring. Vergeet het, haring na 18.00 uur, in Den Helder.

Meewind 154 werd op 18 juli uiteindelijk verreden met Froukje, Hilde, Matti, Herman, Robert, Patricia, Annemieke, Jet, Pim en uw dienstwillige chroniqueur.

De route: ’t Hoorntje-Den Hoorn-Paal Tiijlf-Ecomare-Burgernieuwland-De Waal-Oudeschild-Redoute-Waddendijk-Veerhaven (39 km).

255 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

MEEWIND 189

MEEWIND 188

MEEWIND 187

Comments


bottom of page