Naar Maas-, Leu- en Roerdalen
Nimmer eerder wentelwielde Meewind rond Roermond. We fietsten door Kempen, Peel en Mergelland, maar Roermond ontweken wij al jaren. Roermond heeft niets te maken met je mondje roeren, maar staat voor het uitmonden van de Roer in de Maas. De Roer heeft niets te maken met de Ruhr (van het Ruhrgebiet), want die giet zich niet uit in de Maas, maar in de Rijn, bij Ruhrort wel te verstaan, vlak boven Duisburg in Duitsland. Heerlijk, die cascade van feitjes nog voor er een meter gefietst is.
Als we de weersomstandigheden van tevoren hadden kunnen weten hadden we Mee-wind 180 naar Friesland geruild met Meewind 182 naar Midden-Limburg. Maar van tevoren weet je bitter weinig. Dus dompelden wij ons onder in de hettestress. Het is toch hittestress? Nee, Rogeria, in de Camera Obscura lezen wij al
In een diligence zaten zeven mensen bij elkaar
’t Was een dag van grote hitte
en de lucht was drukkend zwaar
Maar dit terzijde.
Wat bracht ons naar Roermond? Niet bisschop Gijsen of René Smeets, maar David de Goede die een nieuwe haardstede betrokken heeft onder de rook van de stad van de grote 19de eeuwse bouwmeester Pierre Cuypers, bekend van het Cuypershuis. Ook Nationaal Park De Meinweg riep, waar Wellings wandelgezelschap Zonder Uitvallers Terug (ZUT) al eens eindeloos ronddoolde. Maar ook dit opnieuw terzijde. De hitte lokt irrelevante omzwervingen uit.
We waren met zijn elven, dit keer, en we reisden ingewikkeld naar onze fietsbestemming. Sjerry en Jan kwam met de auto (hun eigen fietsen achterop gebonden) helemaal uit Friesland. Margit en Jan reden met Hein mee. En de rest – Dorien, Marijke, Patricia, Rogeria, Herman en Jan - nam de trein. De NS had tussen Amsterdam en Roermond twee valstrikken uitgezet. Je kon niet van Utrecht naar Arnhem en ook niet van Den Bosch naar Eindhoven. Tussen Boxtel en de lichtstad reden bussen. De liften weigerden dus moesten wij bij meer dan 30 graden met rolstoelen, rugzakken en kunstheupen lange trappen op en af. Niettemin lukte het om klokke elf station Roermond binnen te rijden. En daar was opeens veel gemak. Het hotel naast het station, de fietsenmaker aan de overkant. Bij de rijwielverhuur kregen we vrolijke tassen, niet van de zaak, maar (zo bleek later) van andere, woe-dende klanten. Heins fiets trapte te zwaar, dus koos hij de tweede en derde dag voor trapondersteuning, wat de achterhaalde Meewindreglementen slechts oogluikend toelaten.
Dag 1
Het plan: Eerst naar Thorn, het dromerig witte stadje, dan naar David in Grathem en op de terugweg met het pontje over naar Ool en zwemmen in de Oolderplas. Langs de knetterrechte en oersaaie Maastrichterweg rijden we zuidwaarts. Dan mogen we schilderachtig achter Linne langs naar de Prins Clauscentrale, een van de grootste gasgestookte centrales van Nederland. Bij Maasbracht fietsen we langs de A2 de Maasbrug over naar Wessem. Hier haakt Hein af en fietst de rest door naar Thorn, parel van Limbrug, de straten betegeld met Maaskeien. Iedereen krijgt max een half uur vrij om te eten, te drinken, te shoppen, cultuur te snuiven en water te verversen.
Dan moeten we door naar David die eerder naar Grathem was gekomen dan voorzien en smachtend wacht bij de huispoort. Via Panheel rijden we romantisch langs het Leerkenven naar kerkdorp Grathem aan de Uffelsebeek waar David een ruim bemeten portierswoning van Kasteel ten Hoven bewoont. Bij aankomst krijgen we een glimp van kasteelheer Arent van der Feltz te zien. En dan zijn er wijnen en rondleidingen door huis en park. We bewonderen de door Patricia koningsblauw gestoffeerde Rietveldsstoelen. Maar we moeten door en kunnen David niet meer begeleiden naar Zaal Geraats, want we zoeken knooppunt 32 dat na een rondje langs muur en water-molen naast Zaal Geraats blijkt te zijn, waar we David niet meer treffen. De pont over de Maas zullen we niet meer halen, want die vaart – hartje zomer – slechts tot 17.00 uur. Door de helse hitte, of hilse hette, ploegen we voort langs de Lange Vlieter. Door warmte bevangen kiest Mr. Meewind een verkeerde weg, waardoor we vijf kilometer moeten omrijden. Verder door Beegden, over de weg langs het lateraalkanaal en dan over een brug van drieënhalve kilometer terug naar Remunj. Afpilzen op het schaduwrijke Munsterplein aan de voet van de 13de eeuwse kruisbasiliek. Het hotel heeft een grote tafel gedekt bij de open deuren naar het terras waar we op halfpensionbasis gaan zitten genieten.
Dag 2
Vandaag volgen we eerst de Maasroute in noordelijke richting. We rijden over Asselt, (een beschermd dorpsgezicht en ooit een legerkamp van de Vikingen) en Einde naar het Maaspontje tussen Rijkel en Neer. Herman trakteert op de overtocht. Het is even zoeken naar eetcafé ’t Raodhoes, waar de kersenvlaaien gretig aftrek vinden. Dan door de Nunhemmer Heide en langs de Leumolen naar Haelen, dat ligt te bakken in de zon maar waar praktisch alle horeca gesloten is. Midden-Limburg kent wonderlijke openingstijden. Er zijn zaken en terrassen die – als de mussen van het dak vallen – om vijf uur sluiten en zaken die pas om vijf uur open gaan. Soms zijn hele dorpen gesloten, voor elven kom je sowieso nergens in. Uiteindelijk eten we loempia’s bij frituur ‘t Haantje aan de Roggelseweg. We gaan verder door het Starrenbos, waar we bijdrinken op het terras van eetcafe ‘Aan de kerk’. Rogeria en Dorien willen nog zwemmen. Onder leiding van Hein rijden ze zinloos rond de Noorderplas, waar altijd gezommen kan worden behalve uitgerekend vandaag (afbraak festival Solar). Rogeria’s slipje gaat hier volgens de overlevering ter hoogte van haar voeten een eigen leven leiden. De rest gelooft al niet meer in zwemmen en zoekt opnieuw verkoeling op de Munsterpleinterrassen.
Dag 3
Langs de uitbundig meanderende Roer zakken we af naar Sint Odiliënberg.
De basiliek van de H.H. Wiro, Plechelmus en Otgerus is gesloten net als de horeca. Ook wil niemand ons vertellen waar Connie Palmen geboren is, omdat haar moeder daar nog steeds woont en die zit niet te wachten op wijsneuzen van boven de grote riolen. Dan maar door naar Herkenbosch, waar de uitspanning tegenover de molen Hammerhof pas later zal opengaan. Dus rijden we verder naar Brasserie de Boshut, aan de ingang van De Meinweg, waar alles dik in orde is. De Meinweg zelf laten we schieten. Te warm, te ver. We rijden een stukje over de Duitse grens en slaan dan het bekoorlijke Bremmersbos in. Door Asenray en Spik keren we terug naar Roermond. Van achter de heg horen we de zwemjool in de Roerdomp, maar wij hebben onze badpakken al gedesillusioneerd opgesloten in de bagagekluizen van Hotel Roermond. Het vermaarde terras van Toff in de voorstad St. Jacob gaat pas om vijf uur open. Enkelen wippen nog even het Cuypershuis binnen, terwijl de rest zich laaft tegenover het vermaarde stadhuis met het klokkenspel met de draaiende beelden, dat echter niet draait als wij er zitten. De ‘grande finale’ is bij bistro bar Mr. Sammi in de ECI-cultuurfabriek (muziek, film, theater, kunstuitleen). Denk aan versnaperingen in de sfeer van Poké Bowl Rode Biet, Avocado smash, truffelpasta, Green Morning en Birra Moretti en – Joke, wish you were here – ‘dikke lul drie bier’.
Het is mooi geweest. Fietsen inleveren, bagage ophalen en dan nog uren in auto’s, bussen, treinen, trams en metro.
Equipe
Jan & Margit, Jan & Sjerry, Jan & Patricia, Rogeria en Marijke, Dorien, Herman en
Hein.
Dag 1
Roermond, Herten, Linne, Maasbracht, Wessem, Thorn, Panheel, Grathem en Beegden (34 km.)
Dag 2
Roermond, Asselt, Einde, Wieler, Rijkel, Neer, Nunhem, Haelen en Horn (27/32 km.)
Dag 3
Roermond, Lerop, St. Odiliënberg, Melick, Herkenbosch, De Meinweg, Asenray (27 km.)
Comentarios