top of page
Zoeken
Foto van schrijverJan Haasbroek

Meewind 174

Bijgewerkt op: 22 okt. 2020

naar Balloo & Baflo, Usquert & Rasquert, Noordpolderzijl en Doodstil

 

Het pronkjuweel Groningen is de enige provincie waar Meewind niet eerder fietste.

Voor één dag ligt het te ver weg; je zit dan langer in de trein dan op de fiets, als je tenminste weer voor zessen bij Welling wilt uitspannen. Dus verdienen Stad en Ommeland een eigen driedaagse en daar was het eerder niet van gekomen. Limburg, Zeeland, Twente, Zuid-Friesland en zelfs het Rurhgebied en diverse Belgische provincies waren Groningen voor. Dit onrecht moest worden gerecht. Want wat gaat er boven Groningen? (Alleen drie Friese Waddeneileanden.)

Het was goed dat Meewind 174 grondig werd voorverkend. Want daarbij bleek dat er in Winschoten en wijde omgeving, Oldambt en Veenkoloniën, geen fiets te huur was.

Dus geen Pekela’s, geen Finsterwolde, geen kuuroord Nieuweschans en geen Blauwe Stad. In plaats daarvan plande ik een rondje Paterswoldsemeer in.

Dit keer verzamelden we niet collectief bij Welling en chekten we niet eerst in bij

het hotel in Groningen-stad. Nee, Meewind 174 vertrok direct vanuit Fietscentrum Zuidlaren. Jan en Brigitte benaderden dit op de Drentsche Hondsrug gelegen zeven-brinkendorp bekend van zijn paardenmarkt direct vanuit hun Betuwse woonstee ‘Eikenstein’. Debutante Laura Westerveld reed met Hilde mee en de Haasjes en

Joost Vlieger kozen voor de Lexus en het rijgemak van Jan Schipper.

De eerste dag reden we door een van de mooiste natuurgebieden van Nederland:

Nationaal Park Drentsche Aa. Al vanaf de voorlaatste ijstijd, het Saalien, kun je hier genieten van keileemruggen, stuifzanden, beekdalen, heidevelden en hunebedden

in een decor van intieme brink- en esdorpen. Over de Schapendrift rijden we langs

het Schipborgsche Diep naar de Gasterse Duinen. Dan langs het Ballooërveld en het Taarlosche Diep naar Oudemolen. Herberg De Fazant is gesloten, dus fietsen we langs het Siepelveen door naar Zeegse. Lunch op het terras van Het Witte Huis

met een fel fris buitje. We splitsen. De helft van het peloton wil naar het hotel,

de andere helft wil nog wat doorfietsen. We rijden door Tynaarlo en over de Osbroeksweg naar het Okkenveen. Vandaar naar Midlaren met een theestop met

zicht op het Zuidlaardermeer. Over de Kampen rijden we terug naar Zuidlaren;

ons derde hunebed van vandaag laten we links liggen. Terug naar Mercure Hotel Martiniplaza aan de oprit van de A7 in Groningen-Zuid. We hebben recht op een driegangendiner.

De tweede dag huren we fietsen van het hotel. Eerst door de wijk Corpus den Hoorn en langs het Noord-Willemskanaal en het Hoornsche Meer naar molen De Helper,

onze eerste bovenkruier. We rijden naar een modern plein in het Hart van Haren,

het Wassenaar van Groningen, bekend van het uit de hand gelopen Project X, een uitvloeisel van YOLO, (You Only Live Once). Na de koffie verkennen we het villadorp vol in slaap gesukkelde hoogleraren verder. We rijden door afwisselend landschap naar Harenermolen en Oosterbroek en zijn nu niet ver van waar we gisteren aan het eind van de dag fietsten. We scheren langs Glimmen en het vliegveld Eelde

en komen langs het muziekinstrumentenmuseum Vosbergen. Lunchen doen we

in het in Jugendstil opgetrokken theehuis De Paalkoepel, dat sinds 1908 op 25

palen in het water staat, aan de zuidoever van het Paterswoldsemeer. Langs het gerenommeerde ‘Familiehotel’ fietsen we terug naar de Hoornse Plas voor verkwikkende zwemjool tussen groene slierten. Terug naar het hotel en omkleden

voor het diner in de brasserie van Het Prinsenhof aan het door junks bezette Martinikerkhof. Dit hotel was vroeger de studie van RTV Noord waar ik jarenlang RUG-studenten leerde hoe ze radio en televisie moesten maken. Maar eerst brengen taxi’s ons naar het Hoofdstation, van waaruit ik een stadsrondleidinkje geef langs

Groninger Museum, Korenbeurs, Aa-kerk, Hoge der A, Harmonie, Academiege-

bouw en de vermaarde etablissementen Belgisch biercafé De Pintelier, Wolthoorn & Co, ook wel het Groningse Welling en Café Soestdijk, opzet door zonen van Prinses Margriet. Na het pilzen lopen we over de Grote Markt en langs Martinitoren en –kerk en Provinciehuis naar Hotel Prinsenhof. Na het warme diner koelen we af met koffie en koude desserts in de mooi geïllumineerde middeleeuwse tuin.

De derde dag begint vroeg. We hadden kamers met stromend water besteld, maar dit was andere koek. Overal stroomde water: langs de muren, de liftdeuren, in de over-lopen en waar al niet. Niet meer douchen, geen liften meer, dus ongewassen met alle bagage over noodtrappen van zeven hoog naar beneden. Er was iets misgegaan met

de boiler en de overstroming kon alleen gestopt geworden door een bedrijf uit Twente.

Eerder deze snikhete week heeft de ANWB het dorp Winsum uitgeroepen tot Aller-mooiste dorp van Nederland, daarbij Elsloo, Oisterwijk, Hollum (je wilt er niet dood gevonden worden) en Urk woedend het nakijken gevend. Dat wilden we wel eens even zien. Dus op met drie auto’s voor de ochtendkoffie naar Winsum. En ja hoor,

geen woord te veel gezegd: een kerk, molens, café’s, puddingbroodjes en een fraaie jeneverbrug over het Winsumerdiep, want drinken deed je altijd aan de overkant.

Op een feestterras heffen Jan Trap en ik spontaan het Groninger volkslied aan, met veel gruit & bluit, broest, hoelt & soest, waarkt & wuilt en richt & slicht.

Ons volgende bezoek geldt Noordpolderzijl, met het beroemde Zielhoes, waar je een weergaloos uitzicht hebt over kwelders, wad en hogeland. En wie staat daar op de dijk? Cora Hazewindus, een van beroemdste ‘Wellingheksen’ van weleer. Maar nu moeten we toch snel door naar de fietsenboer in Uithuizen, want anders zijn we nooit

voor half twee bij Hammingh in Garnwerd voor de mostersoep met zure worst en de Pêche melba. Dat wordt 25 km beulen tegen de zuidwester in, met aangename ver-rassingen: het kerkje van Usquert, de haven van Warffum, het schoolbankje van Marten Toonder in Breede, Rasquert en Baflo, opnieuw – nu keidruk – Winsum en dan langs het Oude Diepje en het Reitdiep naar Garnwerd. De terugweg na de lunch in de appelboomgaard is een appeltje en een eitje. Nu in de wind in de rug en door

het open land, over Wetsinge, door de Winsumermeeden en langs de Oude Ae

naar het wonderschone Onderdendam aan het Boterdiep. Vandaar naar Kantens, waar de uitgedroogde bejaarden moeten worden bijgebracht met koud water, dat Laura

op de kop tikt door gewoon ergens aan te bellen. We zijn nu bijna in Doodstil en van daar ben je in een oogwenk in Uithuizen. Water, thee, bier en ijs op het plein aan de

haven, we hebben de hete driedaagse volbracht. Nu alleen nog op zoek naar wat verloren vestjes, tasjes en andere contactlenzen. Over de Eemshavenweg en door

de Flevopolders bereiken we na achten Amsterdam.

Meewind 174 werd verreden op 18, 19 en 20 augustus 2020

Deelnemers: Jan Schipper, Joost Vlieger, Hilde Visser, Laura Westerveld, Brigitte Pouw, Jan Trap, Patricia van Miero en uw razende reporter.


Routes:

Dag 1

Zuidlaren, Schipborg, Gasteren, Oudemolen, Zeegse, Tynaarlo, Okkenveen,

Midlaren, Zuidlaardermeer (35 km).

Dag 2

Mercurehotel Groningen Martiniplaza naar Haren (langs Noord-Willenskanaal en Paterswoldsemeer), Harenermolen, Oosterbroek, Paterswolde, (zwemmen in Hoornse Plas) (30 km).

Dag 3

Per auto: Groningen, Winsum, Noordpolderzijl, Uithuizen.

Per fiets: Uithuizen, Usquert, Warffum, Breede, Rasquert, Baflo, Winsum, Garnwerd,

Groot Wetsinge, Onderdendam, Kantens, Doodstil (50 km.)

Totaal gefietst in drie bloedhete dagen: 115 km (record).

Meewind volgend jaar

Als we niet al te zeer worden getroffen door corona, hittegolven, overlijdens

en ander malheur, zou Meewind 175 net zo makkelijk een jubelwind kunnen worden.

Een of twee weken? Langs Moezel, Donau of Elbe? Met 10, 20 of 30 postmeno-pauzalen? Wie zal het zeggen? On verra!

Amsterdam, 21 augustus 2020

jh.

202 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page