Naar Reestdal, De Wieden en Drents-Friese Wold
Het is herfst 2020. Er waait een gure coronacrisis en we we zijn een tweede lock down binnengerommeld, dit keer geen intelligente, maar een beperkte. Welling,
onze geliefde drenkplaats, zit weer – huilie, huilie – tot nader order op slot. Je moet het niet wagen om je buitenpaleis in Griekenland aan te vliegen, maar mag je in dit land nog fietsen, of hoe zit dat? Alleen stiekem, zonder er ruchtbaarheid aan te geven. Want verplaatsen moet je je zo min mogelijk, maar de hotels mogen openblijven. Dus wie besmet je, zo vragen wij ons, als je het openbaar vervoer mijdt en gemondkapt, handen wassend en elleboog stotend rondfietst in door herfstregens geplaagde lege gebieden?
Kort geleden werden de knappe Patricia en ik gebeld door Jan Schipper. Hij en zijn even wonderschone Sjerry gingen een paar dagen uitwaaien met vrienden onder de rook van Meppel. Maar die vrienden zagen er bij nader inzien toch vanaf en dus was er een kamer vrijgekomen in een zeer charmante havezathe. Jullie raden het al, of wij goesting hadden? Zo’n cordiale invitatie konden wij onmogelijk afslaan. Meteen dook ik in de fietsknooppuntenplanner. Want normaal gesproken fiets je bóven Meppel, rond Havelte, Dwingelo en Oosterhesselen, of juist ónder Meppel, over de Sallandse Heuvelrug of langs de Overijsselse Vecht, maar Staphorst, Balkbrug en Dedemsvaart staan nou niet direct bekend als magneten voor rijwieljolijt. Of waren dat alleen maar weerzinwekkende vooroordelen? We gingen het tot de bodem uitfietsen.
Dag 1
Om zeven uur naar het bejaardenuurtje van Albert Heijn. Proefstolletjes en verse bruine pistoletjes kopen, met zalm, kazen, paté’s en confitures, want zoveel was zeker: in het godvrezende niemandsland tussen Drenthe en Overijssel zouden tijdens covid 19 alle herbergen en pannenkoekenboerderettes stevig vergrendeld zijn. Dus dat werd lunchen op een boerenhek met verregende chablis uit een plastic bekertje. Het Reestdal, dat tussen Slingenberg en Drogteropslagen de grens tussen de provin-cies Drenthe en Overijssel vormt, bleek in werkelijkheid een ware lustwarande.We huurden fietsen in De Wijk, staken door naar IJhorst, reden oostwaarts langs de Reest naar Groot-Oever en Lutten-Oever, staken de brug over naar Pieperij en reden voorts door een schitterend reservaat van heide- en veengebieden rond de Wilden-berg om uiteindelijk via een kerkepad uit te komen in Oud-Avereest. Balkbrug geloofden we verder wel, veel liever verkenden we de Boswachterij Staphorst. Opnieuw geen teleurstelling: zeven kilometer ongerepte natuur in een kloek produktiebos tussen Kievitshaar en Koolhaar. De Ganzeplas won het wat ons betreft van de Zwarte Venen. Via Halfweg en het landgoed Dickninge keerden wij terug naar De Wijk. Vandaar per auto naar ons twee kilometer westelijker gelegen chateauhotel Havixhorst, een regelrechte aanrader. In een speciaal voor ons bestemde vijfhoekige serre nemen wij gevieren plaats aan de grootste ronde dinertafel ooit. Ergens achter een zee van hoog kaarslicht moeten ook Sjerry, Jan en Patricia gedineerd hebben.
Dag 2
Voor de tweede fietsdag had ik een scherp contrast gezocht met het idyllische Reestdal. Met de auto via Meppel naar Zwartsluis, van waaruit we natuurreservaat De Wieden zouden aanvallen. Fietsenmaker Maandag had deze dinsdag snelle Gazelles in vrolijke kleuren voor ons klaargezet. Langs de Arembergergracht noordwaarts naar Belt- en Schutsloot, waar je Giethoornachtig over de talloze bruggetjes van het Schutsloterpad wipt. Maar dan dwars door de Belterwijde op de Blauwe Hand aan. Daar scherp naar het westen, opnieuw dwars door het water, met nu rechts de Beulaker- en links de Belterwijde. Ik droom weer van zeilpunterkampen als 15-jarige. We zijn in het op een landrug gelegen Sint Jansklooster en proberen koffie te bemachtigen in het bezoekerscentrum Weerribben-Wieden. Dit is op maandag en dinsdag gsloten. Plassen in het gras en door naar het romantische Zuiderzeehaventje Vollenhove. Daar is bakker Hendrik Schaap met prima koffies en puddingbroodjes die we buiten op het plein moeten nuttigen. Langs stadspaleis Old Ruitenborgh en de jachthaven de brug over en de Noordoostpolder in. Niks kale akkers en langgerekte wegen, maar een aantrekkelijk Voorsterbos vol boleten, zwammen, eekhoorn-tjesbroden, elfenbankjes en andere mycologische lekkernijen. Sjerry besluipt ze met haar camera van alle kanten. We gaan de Kadoelersluis over en fietsenonbeschermd tegen regen en wind hoog langs het Zwanendiep, Zwolsche Diep en Zwarte Water terug naar Zwartsluis. Op voorstel van Jan Schipper rijden we in onze warme bolides terug naar het rijksmonumentale Waterloopbos, bij Krachtenburg in de N.O.P., waar dik dertig schaalmodellen van waterwerkenverborgen liggen. En dan over Genemuiden en Hasselt, Rouveen en Staphorstlangs fel blauw-groene boerenhoeven terug naar ons kasteelhotel bj De Schiphorst.
Dag 3
Storm en regen. Eerst onder de paraplu door de beeldentuin van de Havixhorst. Nooit zag ik meer bronzen Beatrixen bij elkaar. De fietstocht naar de Gijselter-koelen en het Echtenerveld blaas ik af. Te ver, te onbeschut, te ongenaakbaar. Maar Koekange, Weerwille, Oshaar en Rogat, vreest niet, want wij keren ooit weerom. Wat nu te doen? De Fundatie in Zwolle? Te makkelijk, te voor de hand liggend. Sjerry opteert voor meer eikels, beukennootjes, kastanjes en paddo’s.Ik weet genoeg. We wenden de steven noordwaarts en rijden per auto via Ruinen en Ansen naar Diever, krachtens de onverbeterlijke lokroep: Kom liever naar Diever, waar amateurs ’s zomers Shakespeare in het openluchttheater spelen. Bijna twee uren dolen we rond heideveld Hoekenbrink tussen Berkenheuvel en Dieverzand in het Nationaal Park Drent-Friese Wold. Met schone longen en kladdernatte voeten keren we terug naar het dorp waar ze in een zaak vol geurkaarsen en esoterische oliën ook koffie schenken en kleine tosti’s bakken.Hoe Sjerry en Jan naar Amsterdam zijn teruggekeerd weet ik niet, maar Patricia en ik zwerven nog wat rond over Kampereiland, IJsseldelta en langs het
Drontermeer.
Meewind 175 naar Drenthe, Overijssel en Flevoland op 19, 20 en 21 oktober 2020
Routes
Dag 1
De Wijk, IJhorst, Pieperij, Takkenhoogte, Oud-Avereest, Kievitshaar, Boswachterij Staphorst, Halfweg (25 km).
Dag 2
Zwartsluis, Belt- en Schutsloot, Blauwe Hand, Sint Jansklooster, Vollenhove, Voorsterbos, De Krieger (34 km).
Dag 3
Niet gefietst, alleen gewandeld door beeldentuin, brink en wold.