Van Moselradweg van Trier naar Koblenz
Opmaat
Meewind 178 is de langste Meewind ooit. Hij speelde zich af van 23 tot en met 29 augustus 2021. De eerste dag reden we door Ardennen en Eifel van Amsterdam naar Trier. De volgende vier dagen werd er vooral gefietst, al werden delen van de tocht ook per schip en/of trein afgelegd. De zesde dag verbleven we in en rond Koblenz. De zevende dag lieten we de fietsen achter in Koblenz en reden we per trein en bus terug naar Trier om van daaruit weer met de eigen auto’s terug te keren naar de Heimat.
Voorverkenning
Door Jan Schipper en Jan Haasbroek is de tocht in twee dagen voorverkend.
Op 18 augustus, Jan Haas was ondanks twee Pfizerprikken net bekomen van een coronagriepje, reden zij naar Trier, liepen daar rond, verkenden diner- lokaties en reden verder de Moezel langs, naar Trittenheim en TrabenTrarbach, waar ze bij de Italiaan wat aten en in de Trabener Hof de nacht doorbrachten. De volgende dag voerde hun speurtocht naar geldige dienstregelingen, leuke adresjes en fietsbusroutes naar Zell en Cochem. Vanuit Koblenz weer terug via allerlei Autobahnversperringen (door de watersnood in de Eifel) terug naar Amsterdam. In totaal reden ze die twee dagen dik duizend kilometer.
Han de Vries 80 jaar
Op 31 augustus, kort na onze Moezeltrip werd Han 80. Ik mocht hem feestelijk toespreken. Daardoor moest het verslag van Meewind 178 langer wachten dan jullie van mij gewend zijn. Want Patricia en ik moesten de 30ste ook nog even het nieuwe Sothebypaleis van mijn zwager in Keulen gaan monsteren. Als pleister op de wonde een klein stukje uit mijn feestrede voor Han: (…) Han is dol op feesten geven. Dat eist niet alleen gerokte tafels, maar ook een ijzeren conditie. Honderden bitterballen moet je in je eentje naar binnen kruien. Dus besloot ik de 178ste Meewind om te bouwen tot Hanwind, een zevendaags oefenkamp aan de Moezel, waar elke zomer grote ladingen gehelmde en woest gebaarde bejaarden op levensgevaarlijke fietsen en grote, witte schepen zinloos stroomop- en afwaarts worden rondgepompt tussen trappenrijke hotelletjes vol vakwerk, Schnitzels, Bratkartoffeln, Rieslings en Spätburgunder (…).
Wie waren er mee?
Wij waren met zijn twaalven. De fietskanjers Jan Schipper en Sjerry van Vlerken, met op eigen – achterop de auto gebonden – rijwielen. Jan Trap en Brigitte Pouw volgden een apart programma, waarin lunches en shopping safari’s waren opgenomen. Of zij veel gefietst hebben is geheim. ’s Avonds kwamen we ze weer tegen bij de maaltijden. Het derde koppel bestond uit Mr. Meewind en zijn lieftallige Patricia, die zich al op de tweede fietsdag over het herenrijwiel van Han de Vries ontfermde. Op e-bike zagen we Tonja van Rijthoven. En dan waren er nog Francine Stoffels, Hilde Visser, Robert Kuiper en Herman van Gunsteren. Voorwaar een robuust gezelschap. De ene helft maakte WO II nog peutergewijs mee, de andere helft zijn keiharde babyboomers (vaak nog verwekt door Canadese bevrijders in ruil voor Virginia-sigaretten).
De Moezel
Leidraad van deze Meewind was de Moezel. Deze rivier loopt van de Franse Vogezen (o.a. Épinal en Metz), via Luxemburg (denk aan Schengen en Wasserbiilig) naar Duitsland (tussen Eifel en Hunsrück door, in Rheinland Pfalz) om bij Koblenz in de Rijn uit te vloeien. De rivier is in zijn geheel 544 kilometer lang. Tussen Trier en Koblenz meandert de Moezel als een wildeman; hemelsbreed is de afstand nog geen 100 kilometer maar door al het gekronkel fiets je er al gauw 140. Tussen de bron op de Col de Bussang tot aan de monding bij Deutsches Eck zakt de rivier van 735 meter tot zo’n 70 meter. Tussen Trier en Koblenz is het hoogteverschil veel kleiner, zo’n 50 meter. Bijna 400 kilometer van de Moezel is bevaarbaar; het hoogteverschil wordt overbrugd door 28 sluizen.
Dag 1 – maandag 23 augustus
Amsterdam - Trier
De heenreis van een kleine 400 kilometer werd ondernomen in vijf auto’s.
De meesten vertrokken te laat uit Amsterdam, één BMW kwam zonder benzine te staan. Daardoor viel het middagprogramma – bezichtiging van het UNESCO Werelderfgoed Trier – in het water. Ook de boottocht over de Moezel moest worden geannuleerd. Alleen de voorkenners bezochten met hun dames wat kerken en opgravingen.
Spitsuur in Hotel Deutscher Hof was het tussen vijf en zeven uur: inentingsbewijzen overleggen, labels schrijven, kamers betrekken, fietshuurovereenkomsten tekenen, fietsen uitproberen, routes, tassen en waterflessen in ontvangst nemen en meer bureaucratisch ongemak. Het diner moest later beginnen. Jan en Patricia vierden met hun fietsmaten hun tiende huwelijksdag in Das Weinhaus (tegenover het geboortehuis van Karl Marx) met schnitzels, bubbels en prachtige wijnen. Het was te koud en te nat voor het terras. De bruidegom liet de groep de huwelijksrede van 23.08.’11 opnieuw meebeleven: … ‘verenigen ons met elkaar zonder dat er een ander motief, doel of voordeel een rol sleept dan de liefde zelf (…) Mijn lief en ik zien onze verbintenis als een ongrijpbare essentie, die ons er toe gebracht heeft ons te verliezen …(blablabla).’
Dag 2 – dinsdag 24 augustus
Eerste fietsdag: Trier – Trittenheim (40 km)
Om toch nog iets van de Trierse Altstadt te zien – paleistuin, Konstantin-basilika, Dom en Porta Nigra – ga ik vóór op een geimproviseerd fietsrondje. Maar dan moeten we echt de Kaiser Wilhelm Brücke over voor ons fietsavon-tuur langs de boorden van de Moezel. We beginnen dus op de linker (hier noordelijke) oever. Het begin is rommelig: buitenwijken, een haven waar we omheen moeten en industrieterreinen. Bij Schweich wordt het landschap vriendelijker. Daar de brug over naar Longuich en door de wijngaarden naar Detzem voor de lunchpauze. We verlaten de rivier, maken een doorsteek naar Köwerich en bereiken via Leiwen Trittenheim. Hier wacht hotel Krone Ries-ling. Enkelen gaan naar de Weinprobe waar een grote vrouw onderhoudend vertelt over gistziekten en andere wijnbouwperikelen.
’s Avonds eten op het terras met zicht op de Moezel. Het duurt lang voordat de Schweinsbraten doorkomen, dus is er voor Han en Herman alle tijd om te refecteren op de netelige kwestie of uitvoerende musici na een bevredigend concert er gewag van maken dat er goed gespeeld is, dan wel dat het goed gegaan is. Dat blijkt – vooral na veel drank – nog geen eenvoudige zaak. Ondertussen fietst Robert langs benzinestations op zoek naar een vervanger voor zijn in Trier achtergebleven telefoonoplader. Jan Schipper verdiept zich in de accuproblematiek van Tonja’s trapondersteunde fiets, die niet vooruit
te branden lijkt. Han ruilt zijn herenrijwiel voor de fiets met lage instap van Patricia. Hildes versnelling trapt door, dus draait Jan Schipper een schroef aan.
Dag 3 – woensdag 25 augustus
Tweede fietsdag: Trittenheim – Zell (70 km)
De tweede fietsdag is meteen ook de langste. 70 km, dat is alleen een haalbare kaart voor de hele groten, fietsbeesten als Sjerry en Jan.
Ik heb geprobeerd het traject in vijven te hakken: stukje fietsen, stukje met Radbus 360, stukje met de boot, stukje met een dieseltreintje en laatste stukje weer fietsen. Maar Radbus 360 wil of kan onze fietsen niet meenemen, dus fietsen we eerst met zijn allen 28 km naar Bernkastel-Kues, waar om twee uur een boot (die fietsen meeneemt) vertrekt naar Traben-Trarbach. Onderweg komen we door Neumagen-Dhron waar in Hotel Lekker een fietswisselpunt Is. Helaas, je kunt daar inderdaad tegenvallende fietsen wisselen tegen betere, maar pas als een stroomopwaarts fietsende contragroep om elf vertrokken is, kan men zien hoeveel en welke fietsen er zijn overgebleven. Dat wordt te laat, dan missen we de boot in Bernkastel.
Aan de overkant ligt Piesport, niet alleen een leuk puberwoord, maar meer nog een uitgelezen Moezelwijn. In Wintrich zit de horeca op slot. Maar iets verder, in een weiland, schenkt een vrolijke vrouw Traubenschorle. Even bijkomen, maar dan snel door naar Bernkastel waar de boot onder stoom ligt.
Er volgt een relaxt boottochtje van dik twee uur op het zonnedek. In Traben-Trarbach halen we net de trein niet naar Bullay. De meesten willen nog wel 20 km fietsen. Een kleine groep is benieuwd naar het treintje dat binnen uur zal vertrekken. Voor een habbekrats rijden ze in een kwartiertje de 15 km naar Bullay. Van daaruit moet je vijf kilometer terugfietsen over een hobbelpad langs de rechter Moezeloever naar het supertoeristische Zell, bekend van de Schwarzer Katz-wijnen. Hier slapen we in hotel Ratskeller. Liften zijn er niet in de oude hotelletjes langs de Moezel. Steeds sjouwen we onze bagage de trappen op en af. Iedereen is ’s avonds vrij om te eten waar die wil.
Dag 4 – donderdag 26 augustus
Derde fietsdag: Zell – Cochem (35 km)
De hardliners willen weer fietsen, de slappe hap (onder wie uw kroniekschrijver) stapt liever op de boot, dit keer de Europa, weer van de gebroeders Kolb. Omdat we vertraging hebben in de sluis van Sankt Aldegund komen fietsers en varensgasten min of meer tegelijk aan in Ediger-Eller. Vandaar fietsen we gezamenlijk de overblijvende 20 km naar Cochem. De lunch is op een terras in Beilstein met zicht op de gierpont naar Ellenz-Poltersdorf. Herman verorbert een verse forel uit een zijbeek. In Cochem gaat bijna iedereen slapen. Zo niet het echtpaar Schipper-Van Vlerken. Dat pakt rustig nog even een rondleiding van Mädel in kostuums door zeven stijlkamers van de sprookjesachtige Reichsburg die hoog boven Cochem uittorent. ’s Avonds lukt het Francine niet om geld te trekken op de Rathaus Markt. In strijd met de gebruiken wil deze geldmachine alleen kaarten met de magneetstrip linksboven. Eerder heeft Hilde op zoek naar kleine bankbiljetten al een keer twee briefjes van honderd gepind. Het moet niet gekker worden.
Bij het afrekenen op het Moezelterras van Weinstube Hieronimi loopt de zaak weer fijn uit de hand. Herman en Patricia komen op voor het vermoeide dienstertje dat snel wil afrekenen en geen zin heeft in Hollanders die uitvoerig gaan zitten bakkeleien over espresso’s en digestieven. Anderen, zoals ik, vinden dat het meisje, ondanks het feit dat zij wordt uitgebuit, ons even mogen laten denken over hoe wij ons maal willen afsluiten. Daardoorheen speelt dan weer, dat er eerst geen dessert meer is en alleen nog ijs is, kort daarna ook geen ijs meer. Waarna de baas ons verrast met gratis fraaie rode perziklikeuren. Voor het hotel treffen we een radeloze Han die een uur heeft rondgedoold op zoek naar de Zehnthof in Zehnthausstrasse 9 en die eindeloos gebeld heeft naar telefoons die door niemand werden opgenomen.
Dag 5 – vrijdag 27 augustus
Laatste fietsdag: Cochem – Koblenz (50 km)
Om een lang verhaal kort te maken: Jan S., Sjerry en Herman rijden van Cochem naar Koblenz, de rest pakt na zo’n kilometer of tien al snel de boot.
Dat is geen luiheid. Er vaart op vrijdag maar één fietsenboot tussen Cochem en Koblenz en als je die mist, moet je op zoek naar stoptreinen die één keer per uur langskomen, of meer fietsen dan je nog aankan. Bij Pommeren stuiten wij op het mobiele loket van de firma Kolb. Die ontraadt ons door te fietsen naar Treis-Karden, want daar gaan we de boot net missen. Hij zit er naast.
Want de boot heeft aanzienlijke vertraging en we hadden er nog makkelijk vijf kilometer bij kunnen pakken. Het gekste gebeurt een eind verderop. In Winningen, 12 kilometer voor het einddoel, staan Sjerry, Jan en Herman klaar de Kröver Reich op te fietsen en wat doet onze boot? Die vaart ze vrolijk voorbij. Ik vraag om opheldering en een bemanningslid zegt: ‘Winningen ist nach die rezente Überschwemmungen aus dem Fahrplan genommen’. We moeten weer een sluis in, zodat de fietsers uiteindelijk eerder op Deutsches Eckaankomen dan de botelingen. We eten wat, bij Wacht am Rhein, we zijn zo langzamerhand helemaal uitgemoezeld, en fietsen langs het paleis van de keurvorsten naar ons GHotel bij het Busbahnhof. Daar krijgt Herman een knetterende ruzie met een botte balie-employé, die eerst niks met zijn inter-nationale QR-code kan om hem vervolgens te verplichten om een formulier in te vullen, waarin hij een kamer heeft toegewezen gekregen met een man (een vrouw was natuurlijk weer wat anders geweest) met wie hij nog nooit een nacht heeft doorgebracht. Herman heeft groot gelijk: Met wie je slaapt, bepaal je zelf. De botte baliekluiver geeft hem vervolgens een leeg formulier, waarop hij zelf niet eens meer is voorgedrukt. Kijk, zo kan het ook.
Bij de voorverkenningen heb ik een lijst opgehaald met restaurants waar ze zoveel tafels hebben dat je er met grote groepen terecht kan, zonder reservering. Ik kies voor Deutscher Kaiser, mit Kellergewölbe, 120 Plätze.
Je voelt hem al aankomen. Wij met een taxibusje naar Deutscher Kaiser en wat denk je? Heel veel lege tafels, maar grote groepen moeten reser-veren. We eten verdeeld die avond, in twee groepen.
Dag 6 – zaterdag 28 augustus
In en rond Koblenz
Iedereen is vrij om te doen wat hij wil vandaag. Tonja en Herman kiezen voor spelevaren op de romantische Rijn. Een ander groepje trakteer ik op de Seilbahn die ons over de Rijn naar Ehrenbreitstein brengt, een van de grootste hooggelegen vestingen van Europa. In deze vesting feliciteert het Duitse leger zichzelf met twee verloren wereldoorlogen, zonder één woord over de miljoenen mensen die ze uitgemoord hebben. Er staan grote plassen, het museum is gesloten en we krijgen ruzie met een Sicherheitsman, die ons opnieuw terug wil sturen naar een andere ingang, die Hilde de toegang weigert, en die mondkapjes eist van dubbelgeprikte bejaarden op een van de sufste hoogvlakten van Europa. We drinken een kopje koffie, werpen een blik op Koblenz, en gaan terug naar de kabelbaan. Hilde heeft daar een tasje achtergelaten dat nooit meer gevonden wordt. In de Altstadt bezoekt Francine voor ons wat kerken en gaan we een hapje eten bij Gretchens. Daarna terug naar het hotel om ons op te maken voor de grande finale: de gezamenlijke slotmaaltijd met streekprodukten in Weindorf Koblenz, een dorp in de stad met vakbouwhuisjes.
Dag 7 – zondag 29 augustus
Heim ins Reich, dat wil zeggen: terug naar Mokum
De terugweg is geen gelopen race. De trein van 10.06 die ons in anderhalf uur naar Trier zou terugbrengen rijdt niet. Er is een stremming tussen Bullay en Wittlich.Weer die Uberschwemmungen? Er rijdt nu een bus en die neemt de fietsen van Jan en Sjerry niet mee. Hun wordt aaangeraden om om te rijden via Kaiserslautern en Saarbrücken. Dat kost maar vierenhalf uur extra. Patricia bedenkt dat Jan en Brigitte misschien bereid zijn om de karossen van Jan en Sjerry achter op hun fietsendrager mee terug te nemen naar Amsterdam. En dat doen ze. En Jan krijgt het geld van de omweg weer terug bij het loket. Een uur later dan gedacht zijn we terug bij onze auto’s op de parking van hotel Deutscher Hof in Trier. In wat andere formaties dan op de heenweg gaat ieder zijns weeg.
De eindtelling
Dag 1 Trier – Trittenheim fiets 40 km
Dag 2 Trittemheim - Zell 70 km
Trittenheim - Bernkastel fiets 28 km
Bernkastel – Traben-Trarbach boot 25 km
Traben-Trarbach – Zell fiets 17 km
Traben-Trarbach – Bullay trein 15 km
Bullay – Zell (terug) fiets 5 km
Dag 3 Zell – Cochem 35 km
Zell – Ediger Eller boot 15 km
Ediger-Eller – Cochem fiets 20 km
Dag 4 Cochem – Koblenz (Deutsches Eck) 50 km
Cochem – Pommern fiets 10 km
Pommern – Koblenz 40 km
Totaal: 95 km
De sterksten hebben in vier dagen 170 km gefietst.
De zwaksten hebben in vier dagen 103 km gefietst
Amsterdam, 1 september 2021
jh.
Comments